Nieuwsbericht

Hanneke Klopper, voorzitter ZKN: “Met focus op de kleine dingen gaan we de grote uitdagingen niet tackelen”

2 juni 2025

Sinds 2006, het jaar dat het nieuwe zorgstelsel werd geïntroduceerd, zijn zelfstandige klinieken bezig aan een opmars. De cijfers liegen er niet om: bijna 1,3 miljoen patiënten in 2023 en de groei gaat verder. “Dat is mooi”, zegt Hanneke Klopper, voorzitter van ZKN, “maar we kunnen nog veel meer doen. Sterker nog: als we de grote uitdagingen in de zorg willen tackelen, dan móet dat ook.” 

“Sinds 2006 (de introductie van gereguleerde marktwerking in de zorg, red.) hebben klinieken echt positie ingenomen in het zorglandschap. Dankzij efficiënte en kwalitief goede zorg. We zijn onderdeel geworden van de basisinfrastructuur. Met die 1,3 miljoen patiënten vertegenwoordigen we ruim 17% van de medisch-specialistische zorg (msz). En als je alleen naar de planbare zorg kijkt is dat bijna een kwart. Klinieken leveren efficiënte zorg die met focus op inhoud en logistiek is ingericht. Toch zien we de laatste jaren dat, ondanks onze inspanningen, ziekenhuizen en daarmee patiënten veel te lange wachttijden hebben voor zorg. Daar moet wat aan gebeuren.”, aldus Klopper.  

Nu zitten de zorgpartijen, waaronder ZKN, in de afrondende fase van het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA). Gaan we daarmee de uitdagingen oplossen?  

“We zijn er nog niet natuurlijk. Maar ik denk dat we over de volle breedte van het zorglandschap goede afspraken gaan maken. Het AZWA zet een belangrijke stap voor patiënten en inwoners van Nederland door de verbinding met het sociaal domein; door het versterken van de beweging naar de eerstelijnszorg én door in te zetten op preventie. En voor de msz natuurlijk de beweging naar passende zorg. Met het bieden van passende zorg wordt de groei van de zorgvraag enigszins beteugeld waarmee er minder zorg afkomt op de schaarse zorgmedewerkers. ZKN vindt daarom de beweging naar passende zorg heel belangrijk. Wij nemen het met ingang van volgend jaar dan ook op in onze kwaliteitscertificering.” 

En als we inzoomen op de medisch-specialistische zorg, gaan we dan met de huidige afspraken de uitdagingen tackelen?  

“Dat is een goede vraag. De toegankelijkheid staat nu al erg onder druk. En dat wordt de komende jaren alleen maar erger: we hebben te maken met beperkte beschikbaarheid van zorgprofessionals én met een dubbele vergrijzing. Dus er komen steeds meer mensen die zorg nodig hebben. De vraag is dan: als je vandaag doet, wat je gisteren ook al deed, ga je er dan uitkomen? Wij denken dat we radicalere keuzes moeten maken: met focus op de kleine dingen gaan we de grote uitdagingen niet tackelen.” 

Dat klinkt revolutionair? Wat bedoelt u met radicalere keuzes? 

“Wij denken dat je echt naar de inrichting van het zorglandschap moet kijken. Als je kijkt naar de aanbieders van zorg binnen de medisch-specialistische zorg, zijn er dan manieren om het slimmer en efficiënter te organiseren, waardoor we met minder mensen meer zorg kunnen leveren? Dat betekent dan wel dat iedereen over zijn eigen schaduw moet heen stappen.” 

Vindt u dat klinieken ook over hun eigen schaduw moeten heen stappen?  

“Jazeker, dat geldt voor ziekenhuizen, UMC’s maar zeker ook voor klinieken. Hoe je het ook wendt of keert: we zullen het met elkaar moeten doen. De patiënt – waarvoor we het allemaal doen – heeft er geen belang bij als een van de msz-aanbieders niet mee kan of wil veranderen. Ik denk dat alle zorgaanbieders kritisch moeten kijken naar de inhoud en logistiek van de zorg die ze leveren en of zij de juiste plek zijn voor dat type zorg. We moeten ook met elkaar kijken wat er echt voor nodig is om bijvoorbeeld de spoedeisende zorg te organiseren. Klinieken nemen ook in dat onderwerp hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en zijn van harte bereid mee te doen in het oplossen van de roosters voor de avond- nacht- en weekenddiensten, het opleiden van medewerkers, en zo kan ik nog wel even doorgaan.” 

In de berichtgeving zie je eigenlijk vooral voorbijkomen dat klinieken juist verstorend werken binnen de msz… 

“Ja, raar he? Het blijft mij verbazen hoeveel fabels er over klinieken de ronde doen, in de media maar ook in de politiek. Dat klinieken niet willen bijdragen aan opleiden, dat er sprake zou zijn van oneerlijke tarieven voor klinieken (terwijl die gewoon vrij onderhandeld worden en de gemiddelde tarieven van klinieken echt lager liggen dan die van de ziekenhuizen) of dat onze patiënten massaal op de IC in een ziekenhuis belanden (nog geen 1 promille van alle door klinieken geholpen patiënten). Hieruit blijkt wel dat wij er meer aan moeten doen om de fabels uit de wereld te helpen. De fabels leiden af van waar het werkelijk om gaat. Aan de andere kant besef ik ook: er staan voor de partijen grote belangen op het spel. Er zijn baanbrekende keuzes nodig in een wereld die al jaren hetzelfde is. En dat is moeilijk.” 

En wat gaan klinieken zelf doen?  

“Wij hebben PWC gevraagd onderzoek te doen naar de maatschappelijke waarde van klinieken: wat kunnen wij doen om maximaal bij te dragen aan de uitdagingen die er liggen zoals het arbeidstekort? Dat onderzoek is klaar en heeft geresulteerd in een rapport wat ik komende donderdag (tijdens ons Jaarcongres) in ontvangst neem. Met dat rapport gaan wij aan de slag met onze leden. Om ons ook in de toekomst elke dag in te zetten voor onze patiënten en voor een goede, toegankelijke en betaalbare msz. Het AZWA zet daarvoor een stap, maar dat is dus nog onvoldoende. Klinieken gaan in ieder geval, ongeacht de afspraken die wij met elkaar in het AZWA maken en de tegenwerking die wij ervaren vanuit de ziekenhuizen, verder met het leveren van excellente zorg met hoge efficiëntie.”

Vragen over dit artikel?

Stel uw vraag of opmerking in de reacties hieronder. Of neem contact op met de auteur, Martin Blokpoel.

Contactpersoon