Nieuwsbericht

Interview Rob Wouters, Oogcentrum Noordholland: “Iedereen binnen het team leidt op”

29 juli 2025

Voor de vijfde keer op rij heeft ZKN-lid Oogcentrum Noordholland de Beste Coschapverkiezing voor Oogheelkunde gewonnen. ZKN belde met Rob Wouters, oogarts en bestuurder, om hem te feliciteren én om alles te horen over Oogcentrum Noordholland en opleiden.

Welke prijs hebben jullie precies gewonnen?

De Beste Coschapverkiezing Oogheelkunde. De prijs wordt uitgereikt door CoRaad, belangenbehartiger voor en door medisch studenten. De coassistenten die een oogheelkundestage lopen kiezen de winnaar op basis van hun eigen ervaring. Het is voor ons een enorme waardering dat wij weer winnaar zijn geworden. En we horen het ook terug van studenten die bij ons stage lopen: ons team is erg bevlogen en vindt het ontzettend leuk om kennis over te brengen. Mooi dat studenten dit ook zo ervaren. We zijn er trots op!

Wat doet Oogcentrum Noordholland aan opleiden?

Veel! Onze grootste groep zijn coassistenten (in opleiding tot basisartsen) waarvoor we nu voor de vijfde keer op rij de prijs hebben gewonnen. Daarnaast leiden we nu voor de derde keer op rij een physician assistant op en ieder halfjaar leiden we optometristen en orthoptisten op. Dat doen we in samenwerking met de Hogeschool Utrecht. Daarnaast begeleiden we Technisch Oogheelkundig Assistentes (TOA’s) en doktersassistenten. En dit jaar zijn we begonnen met een verdiepingsstage oogheelkunde van acht weken voor medisch studenten die worden opgeleid tot basisarts. Als ze klaar zijn dan zijn ze basisarts ANIOS.

We zouden ook graag studenten opleiden voor medewerker CSA (centrale sterilisatieafdeling) maar de uitdaging hierbij is dat deze studenten extern begeleid moeten worden. En het is lastig om hier een plek voor te vinden. Die uitdaging kennen we van de physician assistants: voor deze twee jaar durende opleiding moet ook stage worden gelopen bij de huisarts én in een ziekenhuis (chirurgie, interne geneeskunde). Dat laatste blijft lastig te realiseren.

Hoeveel mensen leiden jullie in totaal op?

In totaal een kleine 50 mensen per jaar, waarvan 40 coassistenten.

Werken jullie samen met ziekenhuizen op opleidingsgebied?

We werken samen met het Amsterdam UMC. Meestal worden we benaderd door een oogarts die betrokken is bij de coassistent. Maar het blijft bij een informele samenwerking. Wij zouden de relatie liever formaliseren en bijvoorbeeld ook arts-assistenten opleiden en begeleiden. Met Hogeschool Utrecht hebben we een overeenkomst, het zou heel mooi zijn als we een dergelijke overeenkomst ook kunnen sluiten met het Amsterdam UMC.

Waarom vind je het belangrijk dat klinieken bijdragen aan opleiden?

We hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid om onze kennis en kunde over te dragen aan de volgende generatie. En we moeten dat ook laten zien. Ik erger me soms aan wat er over klinieken beweerd wordt, dat we niet bijdragen aan opleiden en niet transparant zijn over kwaliteit van zorg. Terwijl wij juist heel erg bezig zijn met talentontwikkeling en verbinding.

Daarnaast is opleiden ook gewoon goed voor je organisatie: er komt enthousiasme naar binnen en het geeft heel veel werkplezier. En ja, soms is het lastig, je moet ook moeilijke gesprekken voeren, maar uiteindelijk geeft het veel voldoening.

Hoe wordt de kwaliteit van de opleiding gemonitord en geborgd?

De mensen die binnen ons oogcentrum anderen begeleiden moeten leermeestertrainingen volgen. Ook krijgen optometristen en orthoptisten die mensen begeleiden feedback van de Hogeschool Utrecht en is er veel contact met de opleiders/begeleiders. Intern bespreken we maandelijks de voortgang van de opleidingen. Dat doen we met de mensen die de opleidingen volgen én met de begeleiders vanuit de kliniek. Dit past ook bij de feedback- en reflectiecultuur die we hier hebben.

Wat kunnen studenten opsteken in klinieken wat anders is dan in ziekenhuizen?

Ik denk dat het goed is dat studenten binnen kijken en meelopen bij de verschillende typen zorgaanbieders. Bij het Oogcentrum is het vooral leuk om te ervaren dat iedereen in de organisatie enorm betrokken is bij opleiden. Iedereen is betrokken om een ander iets te willen leren. Die cultuur is bepalend voor het opleidingsklimaat.

Hoe kijken de coassistenten / AIOS aan tegen opleiden binnen klinieken?

Positief! Dat zien we bijvoorbeeld terug in de award die we hebben gewonnen maar dat horen we ook tijdens de ‘terugkomdagen’. Ten opzichte van andere stageplekken heeft Oogcentrum Noordholland echt een eigen stijl ontwikkeld. Wat we doen richting patiënten, persoonlijke aandacht, doen we ook richting onze studenten. Elke stage begint bij ons ook met de vraag: in welke richting wil je je ontwikkelen en wat is jouw leerdoel? De stage wordt daar zoveel mogelijk op aangepast. En wat ook belangrijk is: iedereen binnen het team leidt op. Dat wordt als heel positief ervaren.

Wat is er voor nodig om opleiden structureel in te bedden binnen een kliniek?

Het belangrijkste is denk ik dat de intrinsieke motivatie er moet zijn om kennis en kunde over te dragen. Het hele team moet gemotiveerd zijn. Vervolgens kom je via informele contacten met collega-oogartsen aan coassistenten. Zo werkt het in ieder geval bij ons. Wij proberen aan tafel te komen als er in de regio gesprekken zijn over voor ons relevante thema’s. Dat lukt nog niet altijd: we worden nog onvoldoende uitgenodigd. Dat is een gemiste kans, want juist op regionaal niveau kun je opleiden goed organiseren. Om het opleiden te bekostigen hebben we subsidie aangevraagd binnen de subsidieregeling Kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2020-2024 (KPZ) van VWS.

Heb je nog een laatste tip voor collega-klinieken voor opleiden?

Laat je niet afschrikken. Ja, het kost tijd en energie om op te leiden en het is niet altijd even makkelijk. Het kan je werkdag verlengen. Maar opleiden is absoluut de moeite waard. Én we hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid om onze kennis en kunde over te dragen aan de volgende generatie.

Kliniekkader


 

Vragen over dit artikel?

Stel uw vraag of opmerking in de reacties hieronder. Of neem contact op met de auteur, Saskia Deerenberg.

Contactpersoon